Zeppelin hanteert het principe van leefgroepen. Telkens zijn er twee opeenvolgende jaren die een leefgroep vormen. Zij doen soms dingen apart en soms dingen samen, afhankelijk van de daginvulling, en/of de leermethode.
We kiezen ervoor om de klassen klein te houden. Zo heeft elke klas ten hoogste 17 kinderen. Een leefgroep heeft dus maximaal 34 kinderen, en dan zijn er dus twee leerkrachten beschikbaar.
Zeppelin mag dan op het eerste zicht een andere insteek hebben, de ontwikkelingsdoelen en eindtermen zijn dezelfde als op andere basisscholen. De manier waarop ermee aan de slag gegaan wordt en het gehanteerde tempo kan echter wel verschillen.
Leren lezen en schrijven gebeurt op Zeppelin met de alfabetcode.
Verder zetten we elk jaar een vorm van peertutoring op. Dit zijn systemen waarbij er samenwerkingen zijn tussen verschillende leeftijden om de leerstof in de vingers te krijgen. Op die manier kunnen de oudsten ondervinden of ze de leerstof goed genoeg beheersen om ze ze te kunnen uitleggen, terwijl de jongsten leren van grotere kinderen. Dit kan enorm motiverend en inspirerend werken.
Een belangrijk leermiddel op school zijn de projecten. Bij deze projecten, die mee door de kinderen gekozen worden, gaan kinderen gedurende langere periodes bepaalde thema’s uitdiepen. Zo’n project loopt meestal over verschillende weken, gaat vaak gepaard met uitstappen, bezoeken, gastleerkrachten, workshops en andere speciale activiteiten. Voorbeelden van projecten kunnen zijn: het oude Egypte, zeedieren, hulpdiensten, ruimte, enz. De leerkrachten gaan hierbij actief op zoek – met de kinderen – naar manieren hoe alle nodige leerstof hierin vervat kan worden. Deze projecten gebeuren praktisch altijd met de hele leefgroep en dus niet alleen met de eigen klas.
Alle klassen hebben op regelmatige tijdstippen kringmomenten.
Tijdens de week zijn er op school een aantal speciale momenten. Zo is er op maandag de weekopening. Dan komt de hele school samen in de turnzaal om de week op een positieve manier in te zetten. Er wordt gezongen voor de jarigen, afspraken worden overlopen, een thema wordt in de kijker gezet.
Op vrijdag stoppen de lessen vroeger en is het weekafsluiting. Dan komt de hele school opnieuw samen en dan zijn de ouders ook welkom. Dit is het moment waarop kinderen de kans krijgen om iets te tonen aan anderen. Een toneeltje, een dansje of lied. Klasgroepen kunnen zo ook tonen waarmee ze zijn bezig geweest in de afgelopen week.
Meeting: de lagere school houdt elke vrijdag een meeting. Hierbij bespreken ze wat zij goed of slecht vinden lopen op school. Op deze momenten worden er ook pluimen uitgedeeld, afspraken gemaakt en voorstellen gedaan. Klassen wisselen hun ervaringen uit, er worden klasdoorbrekende werkgroepen samengesteld om bijvoorbeeld mee na te denken over uitdagingen die de hele school aangaan.
De kampen: Vanaf de tweede kleuterklas gaan de kinderen op kamp. Kleuters gaan één keer per jaar, en lagere schoolkinderen gaan tweemaal per jaar op kamp. Meestal is dit naar de Hoge Rielen.
Op Zeppelin
is er geen tijd
om ons te haasten.
– Gerrit, 11 jaar –